6 juli 2020
In 2022 doneerde Google twee auto’s van Project Air View aan de Universiteit Utrecht. Met de zogenoemde Air View auto’s kan de luchtkwaliteit in steden tot op straatniveau in kaart worden gebracht. Jules Kerckhoffs van de Universiteit Utrecht coördineert deze projecten en is verantwoordelijk voor het verwerken van de data. Hij vertelt over zijn ervaringen.
“Als junior assistent professor houd ik mij, samen met een team van het Institute for Risk Assessment Sciences (IRAS) van de Utrecht Universiteit, bezig met het in kaart brengen en voorspellen van luchtverontreiniging. Met de Air View auto’s hebben we een innovatieve tool in handen om vervuilende stoffen zoals stikstofdioxide, fijnstof, roet en ultrafijnstof al rijdend te meten. Hiermee zijn we begonnen in Kopenhagen en Amsterdam, inmiddels hebben we ook gereden in Basel en Barcelona en binnenkort gaan we naar München en Augsburg.
Deze methode van mobiel data monitoren op grote schaal is behoorlijk innovatief. Doordat we gedurende een langere periode acht uur per dag rijden en elke seconde metingen doen, verzamelen we onnoemelijk veel data waarmee we gedetailleerde luchtkwaliteit kaarten kunnen maken. De meetapparatuur is van laboratorium kwaliteit en met name de monitor voor ultrafijnstof is peperduur en zó groot, dat we de achterbanken uit de auto’s hebben moeten slopen. Omdat je ze niet zomaar op elke hoek van een straat plaatst, hebben steden zo'n drie tot tien meetstations van dezelfde kwaliteit staan.
Je scrollt niet zomaar door een Excelbestand met miljoenen datapunten heen om te kijken of er foutjes in zitten."
Wat steden met onze resultaten doen, hangt af van hun eigen doel. Ik werk in de projecten met verschillende partners samen om naar nuttige toepassingen te zoeken. Er is uiteraard veel interesse vanuit gebiedsontwikkelaars, maar ook GGD’s, bedrijven en wetenschappers werken met de kaarten die we maken. Zo kun je met bijvoorbeeld een app op basis van onze data adviezen geven voor gezonde loop- en fietsroutes. In Kopenhagen hebben ze besloten op plekken met slechte luchtkwaliteit heggen aan te brengen als buffers tussen de straat en de stoep. Wetenschappers doen met onze data onderzoek naar het verband tussen luchtkwaliteit en bijvoorbeeld sterfte. En inwoners kunnen de openbare kaarten raadplegen om de beste route van huis naar werk te zoeken.
Mijn specialisme is vooral datatechniek. Dat varieert van dataverzameling en het bepalen van gevarieerde rijroutes, tot opslag, opschoning, analyse en verwerken van de data. Met een dataset van miljoenen datapunten per dag, is dat geen sinecure. Je scrollt niet zomaar door een excel bestand om te kijken of er foutjes in zitten.
Wat ik mooi vind aan dit werk, is dat ik al heel snel iets tastbaars kan opleveren. Ik hoef geen epidemiologisch onderzoek te doen om iets over gezond stedelijk leven te zeggen, wat overigens niet zegt dat je dat onderzoek niet moet doen. Beide methoden vullen elkaar aan. Zo is het ook met mobiele monitoring ten opzichte van stationaire monitoring. Met de eerste methode kun je een groot gebied beslaan. Met de tweede krijg je inzicht in ontwikkelingen over de tijd.
Mijn ultieme doel is dat we met mobiele monitoring een Europese kaart gaan ontwikkelen, met name voor ultrafijnstof. Daarvoor moeten we in nóg meer Europese steden gaan meten. Als ik kijk naar de groeiende interesse voor Project Air View, verwacht ik dat dat wel goed komt. Mijn scripts en de auto’s zijn er in ieder geval klaar voor!”
Meer weten over Project Air View? Bekijk de luchtkwaliteit kaart die Jules voor Kopenhagen en Amsterdam heeft ontwikkeld of lees het eerste wetenschappelijke paper dat sinds kort online staat.
Luchtkwaliteit kaart Wetenschappelijke paper
De omgeving waarin we leven heeft een dominante invloed op onze gezondheid. Het verklaart naar schatting zeventig procent van de chronische ziektelast. Waar we wonen, wat we eten, hoeveel we bewegen, de lucht die we inademen en met wie we omgaan; al deze omgevingsfactoren spelen een rol. De combinatie van deze factoren gedurende de levensloop wordt het exposoom genoemd. Er is algemene (wetenschappelijke) consensus dat meer inzicht in het exposoom de huidige ziektelast zal helpen verklaren en dat het aanknopingspunten biedt voor preventie ...
Lees Meer
